De speelwijze
De toss
Het allereerste onderdeel van elke badmintonwedstrijd begint bij de toss. De speler of het tweetal dat de toss wint, moet kiezen wie de eerste service maakt en dus wie het eerst ontvangt. Tevens mag gekozen worden wie aan welke kant van het net begint.
Het wisselen van speelhelft
Na afloop van de eerste game dienen de spelers van speelhelft te wisselen. Wanneer een derde game gespeeld moet worden, bijvoorbeeld bij gelijkspel, moet er weer van speelhelft gewisseld worden. Heeft in een derde game een van de partijen 11 punten gescoord, dan dient er wederom gewisseld te worden.
Mocht het voorkomen dat er is vergeten te wisselen op de daarvoor aangewezen momenten, dan dient dit alsnog te gebeuren. Dit gebeurd dan op een moment dat de shuttle niet in het spel is, direct nadat de vergissing is opgemerkt en de tot dan toe bereikte stand blijft gehandhaafd.
Verschillen en overenkomsten tussen enkelspel en dubbelspel
Een enkespel en een dubbelspel hebben in grote lijnen vergelijkbare speelwijzen. Toch zitten er een aantal verschillen in.
Overeenkomstige speelwijzen zijn:
- Het speelvak aan de rechterkant is altijd de plek waaruit de service plaatsvindt, als er geen punten zijn gescoord. Ook wanneer er een even aantal punten wordt behaald is dit het geval.
- Er wordt vanuit het linker serveervak gespeelt wanneer de serverende speler of de partij een oneven aantal punten heeft gescoord in de game.
- Gedurende een rally slaan de spelers de shuttle om en om, en ontvangen zij hem ombeurten. Dit gebeurd aan de eigen zijde van het speelveld op elke willekeurige positie.
- Was de winnaar van de rally degene of het team dat geserveerd heeft, dan krijgen zij hiervoor 1 punt.
- Wanneer de winnaar van de rally de ontvangende speler of team was, worden twee punten toegekend.
- De partij die de rally wint mag de volgende rally starten met de service.
Het dubbelspel heeft een aantal toevoeginen op de hierboven genoemde regels, welke het enkelspel niet kent. Dit zijn de volgende:
- De ontvanger van de shuttle staat altijd diagonaal tegenover de serveerder van de andere partij. Er wordt dus kruislings geserveerd.
- Er mag pas van serveervak gewisseld worden door de spelers van een partij, wanneer zij een punt scoren bij een eigen servicebeurt.
- Bepalend voor het vak vanuit waar de service moet worden geslagen, is het aantal punten van de serverende partij.
- Het recht om te starten met de service van een rally gaat om toerbeurt, waarbij een speler niet voor zijn beurt mag ontvangen noch serveren.
- Wint een partij de game, dan mag iedere speler van deze partij beginnen met serveren.
- Verliest een partij de game, dan mag iedere speler van deze partij beginnen met ontvangen.
De puntentelling
Mits anders bepaald wordt een match altijd gespeeld om twee gewonnen games. De game wordt gewonnen wanneer een van de partijen als eerst 21 punten heeft gescoord.
Men kan punten scoren door een rally, een slagenwisseling van één of meer slagen, te winnen. Een rally wordt gewonnen wanneer de tegenpartij een fout maakt, of wanneer de shuttle niet in meer in het spel is.
Wanneer de stand van een game op 20-20 staat, wordt de winnaar van die game bepaald door de partij welke als eerst 2 punten voorsprong behaalt.
Komt de score echter tot 29-29, dan wint de partij die in die game als eerst de 30 punten behaalt. Bij de daaropvolgende game, is de winnaar van de voorgaande game altijd degene die serveert.